Voor de gemiddelde paardenliefhebber is er niets mooiers dan een jong veulentje in de weide. Bij dierenkliniek de Delta hebben we alles in huis om dit voor elkaar te krijgen.
Merriebegeleiding
Het voortplantingsseizoen van het paard loopt grof gezegd van maart tot september. In deze periode zijn merries om de 21 dagen hengstig. Wanneer de merrie duidelijk hengstig is beginnen we met opvoelen en scannen. Hiermee verzamelen we informatie over de baarmoeder(mond) en de eierstokken. De frequentie waarmee dit gebeurt is onder andere afhankelijk van het soort sperma. Zowel voor vers als diepvriessperma kunt u bij ons terecht. Op basis van de verzamelde informatie bepalen we het moment van inseminatie.
Op de 18e dag na de eisprong wordt de merrie gecontroleerd op de aanwezigheid van de vruchtblaas. Het embryo is op dit moment nog niet zichtbaar. Een tweede drachtigheidsecho maken we over het algemeen weer 3 weken later. Op deze echo is het vruchtje zichtbaar en kan ook de hartactiviteit in beeld worden gebracht. Een derde drachtigheidsscan adviseren wij vanaf drie maanden dracht of aan het einde van het dekseizoen.
Bij oudere merries waarbij de vulvalippen niet meer goed sluiten wordt vaak besloten om de vulvalippen gedeeltelijk aan elkaar te hechten, de Cashlick operatie oftewel het ‘dichtzetten’ van de merrie. Dit is een procedure die routinematig wordt uitgevoerd bij het staande dier onder lokale verdoving, om te voorkomen dat merries lucht aanzuigen via de vulva wat kan leiden tot vroegtijdig afbreken van de dracht. Twee weken voor de verwachte partusdatum zal de vulva weer geopend moeten worden om te voorkomen dat de merrie uitscheurt en er meer beschadigd raakt dan nodig was geweest.
De drachtige merrie
Om de antilichaamconcentratie in de biest van de merrie zo optimaal mogelijk te laten zijn, is het verstandig om de merrie 4 tot 6 weken voor de uitgerekende datum een booster vaccinatie tegen influenza en tetanus te geven. Daarnaast is het verstandig om de merrie uiterlijk 4-5 weken voor de uitgerekende datum in de omgeving te plaatsen waar zij ook zal gaan veulenen, zodat haar immuunsysteem voldoende tijd heeft om antilichamen te produceren tegen de in die omgeving voorkomende ziektekiemen. Deze zullen dan ook via de biest aan het veulen worden doorgegeven. Om de merrie extra te beschermen tegen abortus door het equine herpes virus (EHV oftewel rhino) is het verstandig, naast de halfjaarlijkse entingen tegen EHV, de drachtige merrie in de 5e, 7e en 9e maand van de dracht nogmaals te laten enten.
Om de kans op besmetting van het veulen met wormeieren direct na de geboorte zo klein mogelijk te maken, is het verstandig om de merrie vlak voor de geboorte te ontwormen met een middel dat ivermectine bevat. Voor verder advies met betrekking tot de ontworming van de merrie en het veulen is het verstandig om samen met de dierenarts een plan te maken gericht op uw situatie.
De geboorte
De geboorte van een veulen begint vaak met tekenen van onrust bij de merrie. Ze gaat vaak staan en liggen, kijkt naar haar buik en mest kleine beetjes. Het veulenen zelf duurt vaak niet meer dan een half uur. Indien er na 15 minuten persen nog geen vooruitgang zichtbaar is, is het verstandig om de dierenarts te bellen. Op het moment dat het neusje van het veulen zichtbaar is, is het belangrijk om het vruchtvlies van de neus te verwijderen. Na de geboorte is het belangrijk om merrie en veulen even met rust te laten. De navelstreng breekt over het algemeen vanzelf wanneer de merrie opstaat. Knip deze nooit door! De nageboorte komt meestal binnen een uur af. Indien dit na 2 uur nog niet het geval is, is het verstandig de dierenarts te bellen. Een gezond veulen staat en drinkt binnen twee uur, plast binnen 6 (hengst) of 10 (merrie) uur, mest darmpek na ongeveer 2 uur en produceert binnen 24 uur gele mest.